Ernö Olah wordt geboren op 11 juni 1948 in Boedapest, Hongarije. Zijn vader Laszló Olah speelt viool in het Staats Orkest. Beïnvloed door zijn vader wil Ernö ook viool spelen en krijgt van zijn vader zijn eerste vioollessen. De tiener heeft talent en in 1962 gaat hij klassiek viool studeren aan het Béla Bartók conservatorium in Boedapest. Ernö is 16 jaar als zijn vader in 1964 een aanbieding krijg om te gaan spelen in het Residentie Orkest in Den Haag. Ernö moet zijn studie afbreken als het gezin dat jaar naar Nederland verhuisd.
In Nederland pakt hij zijn studie weer op aan het conservatorium in Den Haag en speelt tijdens zijn studententijd in verschillende orkesten. Ernö speelt in 1969 af en toe mee in het Metropole Orkest. Een jaar later wordt hij als concertmeester gevraagd om vast in het orkest te spelen. In deze periode bouwt Ernö een bijzondere relatie op met de arrangeurs van het orkest. De viool solo’s worden speciaal voor hem geschreven.
Met een paar strijkers van het Metropole Orkest speelt hij in de jaren zeventig heel veel platen in van artiesten als: Vader Abraham, Bonnie St. Clair, BZN, The Cats, the George Baker Selection, Vicky Leandros, Stephane Grapelli, Julio Iglesias, Peter Maffai. Vanaf begin jaren tachtig gaat hij mee op pad met Drs. P. en speelt mee op het album: ‘Toppers van Toen”. In de tweede helft van de jaren tachtig werkt hij niet meer zoveel als studiomuzikant. In de jaren nechtig speelt hij incidenteel nog platen in, waaronder o.a. Marco Borsato. Na 33 jaar concertmeester van het Metropole Orkest te zijn geweest, gaat Ernö op zoek naar een nieuwe uitdaging.
In Oktober 2007 speelt Ernö mee tijdens enkele uitvoeringen van de voorstelling: “De Toeschouwer”, van Freek de Jonge. In 2008 treedt Ernö op met het de kerstconcerten en theater voorstellingen van Carola Smit, dat wegens groot succes in 2009 is verlengd. In 2009 speelt Ernö 40 jaar bij het Malando Orkest.