Toen in 1829 de Maatschappij ter Bevordering der Toonkunst werd opgericht, was Amsterdam één van de eerste afdelingen die een eigen koor oprichtte. In al die jaren is het Toonkunstkoor Amsterdam uitgegroeid tot een waar muzikaal instituut dat de koortraditie in de hoofdstad hoog houdt. Het koor, dat bestaat uit goed geschoolde amateurzangers, stond in zijn lange geschiedenis onder grote dirigenten als Otto Klemperer, Bruno Walter, Eduard van Beinum, Anton Kersjes, Hartmut Haenchen, Ken-ichiro Kobayashi, Jean Fournet, Yehudi Menuhin, Bernard Haitink, Jan Willem de Vriend en Marc Albrecht. Door de hoge kwaliteit wordt het koor regelmatig gevraagd om medewerking te verlenen aan producties van de Nederlandse symfonieorkesten waaronder het Koninklijk Concertgebouworkest, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Nederlands Philharmonisch Orkest.
Op Goede Vrijdag verzorgt TKA de uitvoering van Bachs Matthäus Passion in het Amsterdamse Concertgebouw. In 1899 begon Willem Mengelberg met deze jaarlijkse uitvoering. Na hem zette het koor deze traditie voort onder leiding van Eduard van Beinum, Eugen Jochum, Anton Kersjes, Jan Eelkema, Winfried Maczewski en, sinds 2003, Boudewijn Jansen. Sinds 2008 is aan deze traditie de jaarlijkse uitvoering op Palmzondag in De Philharmonie te Haarlem toegevoegd.
TKA is een ambitieus concertkoor dat grote koorwerken afwisselt met intieme programma's waarin de veelzijdigheid van het koor tot uiting komt. Het repertoire van TKA reikt van Sweelinck tot aan vandaag. Naast de composities uit de 19de eeuw hebben de grote koorwerken uit de 20ste en 21ste eeuw de bijzondere aandacht. TKA richt zich daarbij voornamelijk op werken, die vanwege de moeilijkheidsgraad zelden door amateurkoren worden uitgevoerd. Met deze verscheidenheid aan concerten bereikt TKA een breed publiek in Amsterdam en wijde omtrek. Tenminste éénmaal per seizoen brengt het koor een eigen productie.