Gassan Diamonds

Gassan Group
Gassan onderkent het belang van het toeristische aspect binnen haar bedrijfstak. Om deze reden heeft Gassan met haar dochterondernemingen de Gassan Group gevormd. Deze stelt zich ten doel om de bekendheid van Amsterdam als “City of Diamonds” te promoten. De dochterondernemingen van de Gassan Group zijn: Gassan Diamonds, Gassan Dam Square en Gassan Schiphol.

 
Gassan Diamonds
Gassan Diamonds, van oudsher een familiebedrijf, is gevestigd in de oude stoom diamantslijperij in het historische centrum van Amsterdam. Het bedrijf houdt zich bezig met het slijpen van diamant, de groothandel en de detailhandel van losse en gezette diamanten, diamanten- en gouden juwelen en horloges. Gassan Diamonds neemt een vooruitstrevende positie binnen de diamantwereld, mede door het introduceren van de nieuwe slijpvorm, de Gassan 121. Elk jaar ontvangt Gassan Diamonds meer dan 400.000 toeristen in de historische diamantslijperij. De bezoekers krijgen een gratis rondleiding door de fabriek waarbij een uitleg wordt gegeven over de kwaliteitsbepaling van diamant, waarna losse geslepen diamanten en juwelen worden getoond. Gassan Diamonds biedt diverse op maat gemaakte arrangementen in het historische pand aan voor individuele personen als ook groepen tot 150 personen.

De geschiedenis van een bijzonder familiebedrijf: Gassan Diamonds
Gassan Diamonds werd in oktober 1945 opgericht door Samuel Gassan en was gelegen in de Amsterdamse Diamantbeurs aan het Weesperplein. De diamantair hield zich voornamelijk bezig met het slijpen van diamant en met de import en export van zowel ruwe als geslepen diamanten, edelstenen en juwelen. Gassan Diamonds was een groothandel en detaillist tegelijk.

Het bedrijf groeide erg snel. Gassan Diamonds verhuisde naar een groter gebouw, namelijk een diamantslijperij aan de Zwanenburgerstraat, waar heden ten dage de Stopera gevestigd is. Vanaf deze locatie ontpopte Gassan Diamonds zich vanaf 1955 tot het nieuwe fenomeen `toeristische attractie`. Uit alle hoeken van de wereld kwamen toeristen naar Amsterdam om diamantslijpers aan het werk te zien. Samuel Gassan merkte dat door toeristen een goede uitleg te geven over diamant en het ambacht van diamantslijpen, dit een verhoogde waardering en verkoop van het product tot gevolg had. Terwijl de toeristen de diamanten bekeken, kregen zij tekst en uitleg over de kwaliteit- en waardebepaling van de diamanten. Daarna werd de toeristen de mogelijkheid geboden om losse of in juwelen gezette diamanten te kopen. Deze formule bleek uiterst succesvol en wordt vandaag tot op de dag van vandaag nog steeds toegepast.

Samuel Gassan overleed in 1983. Sindsdien staan zijn twee kleinzoons Benno en Guy Leeser aan het hoofd van dit indrukwekkende bedrijf. Benno Leeser is de oudste van de twee en is sinds 1973 aan het bedrijf verbonden. Hij is tegenwoordig de Managing Director vanuit het hoofdkantoor in Amsterdam. Guy Leeser kwam in 1980 bij het bedrijf en werkt vanuit de vestiging van New York. De voortdurende groei van het bedrijf maakte in 1990 dat er een groter bedrijfspand nodig was. Gassan Diamonds B.V. kwam terecht in een historische diamantslijperij, waar de slijpmachines voornamelijk werden aangedreven door stoom. Het gebouw is gevestigd in het centrum van Amsterdam en heeft een oppervlakte van 5.000 vierkante meter. De afgelopen jaren werd het bedrijf bezocht door ongeveer 400.000 bezoekers per jaar. Sinds 1 november 2011 is de heer Benno Leeser enig aandeelhouder van Gassan.

 

Gassan Group
In 1990 kocht Gassan Diamonds een ander toonaangevend diamantbedrijf genaamd Holshuysen & Stoeltie B.V. In 2004 sloot Stoeltie Diamonds zijn deuren als grootste juwelier van Nederland. Amsterdam Diamond Center en Van Pampus Jewels and Watches werden ook eigendom van Gassan Diamonds. Om Amsterdams 425-jarige reputatie als “The City of Diamonds” te continueren, wat uiteraard het belangrijkste doel van het toeristische aspect van het bedrijf is, vormen Gassan Dam Square, Gassan Diamonds, Gassan Schiphol en Gassan Plaza gezamenlijk de Gassan Group (de voormalige Amsterdam Diamond Group. De activiteiten bestaan uit het wereldwijd promoten van Amsterdam als City of Diamonds

Internationale groei
Promotie in het buitenland en uitbreiding van de groothandel zorgde ervoor dat het steeds beter ging met Gassan. In 1952 werd het eerste buitenlandse kantoor te Antwerpen in België geopend. Daarna, in 1959 kwam er een kantoor in Pforzheim en een kantoor in Düsseldorf in Duitsland. In 1960 in Tel Aviv, Israël, in 1966 in Zug, Zwitserland en in 1980 in New York, USA. Vanaf 1967 is er een Japanse vertegenwoordiger aangesteld in Tokyo om het bedrijf te promoten.

In 1967, aangespoord door de geleidelijke groei van verkopen aan toeristen, richtte het bedrijf zich op de luchthaven van Amsterdam. Hier werd de eerste Tax Free Diamantair gevestigd. Achter de douane heeft Gassan Diamonds tegenwoordig drie Diamond winkels, acht Watch & Jewellery winkels, twee Swatch winkels en voor de douane Gassan Plaza. In 2002 opende het bedrijf de Guess Watch winkel in het winkelcentrum van de luchthaven, Schiphol Plaza, met een gevarieerde collectie van Guess horloges en juwelen. Op dit moment is deze winkel gesloten.

Tijdens de herfst van 1992 opende Gassan Schiphol B.V. de eerste Tax Free Juwelier in het buitenland; in London Heathrow’s Terminal 3. Daarna opende hier in oktober 1999 een Tax Free Horlogezaak. Ook opende Gassan Diamonds in 1997 twee after-sales kantoren in Beijing, China en in Jakarta, Indonesië. Verder werden er nog drie after-sales kantoren in Bangkok, Thailand en Hong Kong geopend.

In 2005 opende Gassan Diamonds “Diamondland” op de begane grond van het fabriekspand. Deze grote cadeauwinkel biedt een uitgebreide collectie diamanten juwelen, horloges, op maat gemaakte juwelen en cadeauartikelen. De coffeeshop is verhuisd naar het oude ketelhuis tegenover het hoofdgebouw.

Begin 2007 opende Gassan de deuren van een eerste Rolex Boutique, in bezit van een andere retailer dan Rolex, op een luchthaven buiten Zwitserland. In januari 2008 heeft Gassan Diamonds drie nieuwe winkels op de luchthaven Changi in Singapore geopend. Eind december 2008 is de eerste en enige juwelierswinkel op London City Airport door Gassan Diamonds geopend. Tegenwoordig heeft Gassan vijf winkels op deze luchthaven. Eén van deze winkels is een Rolex Boutique.

 

Historie van de stoomdiamantslijperij gebroeders Boas

"Den 29sten juni werd in de Uilenburgerstraat een nieuwe Stoomdiamantslijperij van GEBR. BOAS geopend, van bijzonder grote omvang en voor 357 molens. Deze geheel van ijzer vervaardigd, worden in beweging gebracht door twee horizontale stoommachi­nes, systeem SULTZER, elk van 40 paardenkracht. Voor aankoop grond en het bouwen van de fabriek, machines, ketels enz., werd gevorderd een som van fl. 400.000,-. Alle molens waren spoedig bezet, en in het geheel zijn thans in de fabriek werkzaam 357 slijpers, 122 verstellers, 142 leerlingen en 52 loopjongens. Wekelijks werd gemiddeld 8 à 10.000 karaat ruwe diamant geslepen, ter waarde ongeveer van fl. 400.000,- à fl. 500.000,-, hetgeen voor het grootste gedeelte door de eigenaren zelven verschaft werd".

Uit: Verslag Kamer van Koophandel 1880. Gemeente Archief Amsterdam.

De bouw van de diamantslijperij van de gebroeders Boas was niet onopgemerkt gebleven. De nieuwe fabriek was de grootste op dit gebied in heel Europa. In de pers werd het gebouw met algemene bewondering en verbazing beschreven als een modern wonder van technisch vernuft. Het imposante gebouw, met het ruime voorplein, moet in schril kontrast gestaan hebben met de directe omgeving: Uilenburg was in die dagen nog een getto met een wirwar van nauwe stegen en gangen en een veelheid aan krotten. Wie waren deze Gebr. Boas die het lef hadden een dergelijke onderneming in deze buurt te beginnen?

De familie Boas
Grootvader Marcus Abraham Boas woonde in 1812 in de Rapenbur­gerstraat en was "Oud Kleerekoper". Zijn zoon Juda Boas werd schoenmaker en trouwde in 1838 met Betje Groenteman. Ze kregen 7 kinderen: 4 meisjes en 3 jongens, Israël, Marcus en Hartog.

Israël en Marcus vertrokken op jonge leeftijd naar Parijs. Parijs was toen het centrum voor de diamanthandel. Hoe is niet duidelijk, maar het vermoeden lijkt gerechtvaardigd dat de broertjes Boas daar het diamantvak hebben geleerd.

De Fabriek
Rond 1870 ontstond een zakelijke samenwerking tussen de drie broers: Hartog leidde de fabriek in Amsterdam; Israël en Marcus kochten de ruwe diamanten in London en verkochten het geslepen produkt in Parijs. Rond 1870 woonde en werkte Hartog Boas op de Nieuwe Keizersgracht nr. 16. Tijdens de "Kaapse periode" - een gouden periode voor de Amster­damse diamantin­dustrie - groeide het bedrijf het pand uit. Met stukjes en beetjes werden erven aangekocht tussen de Uilenburgerstraat, de Houtkopersburgwal en de Uilenburger­gracht. In 1878 volgde de aanbesteding door de architect en werktuigbouwkundige J.C. Meyer. In 1879 werd het gebouw opgeleverd. Zelfs nu nog wordt verteld dat de Gebrs. Boas binnen een jaar uit de kosten waren, wat gezien de door de Kamer van Koophandel vermelde produktiviteit zeker voor mogelijk gehouden moet worden.

De heren Boas slepen diamanten voor eigen rekening. Uit het gastenboek van de fabriek blijkt dat de klanten vanaf de eerste dag van heinde en verre kwamen om bij de Gebroe­ders geslepen stenen te kopen. Men kwam uit heel Europa, zelfs uit de Verenigde Staten, uit Rusland en Japan.

De Bond
Het aantrekken van arbeidskrachten in deze buurt, waar de werkloosheid groot was, zal voor Hartog Boas geen probleem geweest zijn. De vakverenigingen waren echter minder blij met de nieuwe onderneming. Zij waarschuwden tegen de ongebreidelde toeloop in een vak dat zo sterk onderhevig was aan economische fluctuaties. De waarschuwingen waren tevergeefs, sterker nog, enkele vakverenigingen liepen door de komst van de fabriek vrijwel leeg. Door het enorme aanbod van arbeiders, daalden de lonen. De Gebrs. Boas en de vakverenigingen zijn jarenlang elkaars opponenten geweest.

Afwezige Heren

In 1894 stief Hartog Boas aan TBC, een veel voorkomende ziekte onder diamantbewer­kers. Hij liet een jong gezin met 6 kinderen achter. Israël en Marcus bleven - ongehuwd - in Parijs. De fabriek werd geleid door een zaakwaarnemer. De gebroeders - inmiddels goede veertigers - konden op dat moment al gaan rentenieren, geen slecht resultaat voor zonen van een schoen­maker!!

Als ooms hadden Israël en Marcus een goed contact met de kinderen van hun broer, getuige een intensieve briefwisseling tussen Parijs en Amsterdam. Opvallend is dat in geen van die brieven de fabriek wordt vermeld. Hartogs kinderen kozen niet voor het diamant­vak: Julius Hartog rentenierde; Marcus Israël werd neuroloog en Bernard studeerde filosofie in Munchen. Ook de meisjes huwden "buiten het diamantvak". Israël heeft in 1935, na de dood van "Oom Marcus", de directie van de fabriek overgeno­men. Hij heeft voornamelijk in Frankrijk en in Zwitserland gewoond. De dagelijkse leiding bleef in handen van een zaakwaarnemer.

Veranderingen

De fabriek bleef zich uitbreiden en vernieuwen, zowel in organisatie als in bouw. Vanaf 1890 werd steeds minder voor eigen rekening geslepen. Men ging over op het systeem van verhuren van slijpmolens aan zelfstandige diamantairs. In 1894/95 bij de grote stakingen die tot oprichting van de Algemene Nederlandse Diamantwerkers Bond, de ANDB, zouden leiden, werden de Gebr. Boas al niet meer als patroons ge­noemd. In 1921 werd er een definitieve wijziging doorgegeven aan het Handelsregister: "Stoomdiamantslij­perij Gebr. Boas, verhuur van diamantmolens.

In de jaren ‘20 draaide de fabriek nog steeds op stoom, ook al was er tijdens de Eerste Wereldoorlog elektriciteit gekomen, naar verluid aangelegd door gevluchte Belgen. In deze periode waren de opbrengsten van de diamanthandel heel wisselvallig.

De grote economische crisis van de jaren ‘30 was voor een aantal diamantbedrijven de definitieve genadeslag. Veel dia­mantbewerkers trokken naar Antwerpen om daar hun geluk te beproeven. In het grote Boas gebouw kwamen andere industrieën een textielhan­del, een kousenfabriek, een pantoffelfabriek, een verffabriek. Tijdens de oorlog werd de fabriek gevorderd door de Duitsers die uit alle macht probeerden de diamantin­dustrie draaiende te houden.

Toen dat niet lukte werd de Boas fabriek in 1944 geliquideerd. Marcus Boas kon met zijn gezin op tijd uitwijken naar de Verenigde Staten. Bertha Boas ver­trok in 1939 met haar zoons naar Engeland en Bernard Boas is veilig naar Zwitserland ontkomen. Martha, Julius en Elisabeth zijn in concentratiekampen omgekomen.

Het verval en een nieuwe start
Na de oorlog leidde het gebouwen complex een kwijnend bestaan, en werd een speelbal van projectontwikkelaars en gemeentelijke bestemmingsplannen. Eens per jaar kwam Marcus I. Boas voor een paar dagen over om zijn zaken hier af te handelen en nog eens naar de Fabriek te kijken. Hij stierf in 1986 op 94-jarige leeftijd. Zijn dochters hebben in de zomer van 1989 hun "laat­ste deel" van het gebouwencomplex aan de firma Gassan ver­kocht. Daarmee begon een nieuwe episode in een "Oude Fabriek", want met de firma Gassan zijn de Diamanten op Uilenburg terug­gekeerd.

Ga naar Gassan-website.

www.gassan.com